Het werkwoord: komen / The verb: come / Το ρήμα: έρχομαι

OTT (onvoltooid tegenwoordige tijd) – Present – Ενεστώτας

ik .:. kom | come | έρχομαι
jij .:. komt | come | έρχεσαι
u .:. komt | come | έρχεστε
hij .:. komt | comes | έρχεται
zij .:. komt | comes | έρχεται
wij .:. komen | come | ερχόμαστε
jullie .:. komen | come | έρχεστε
zij .:. komen | come | έρχονται

❕ Bijvoorbeeld: / For example: / Για παράδειγμα:

U moet naar het gemeentehuis komen, mijnheer Boog.

Jij komt uit Griekenland, toch?

Jullie komen alsjeblieft binnen.

OVT (onvoltooid verleden tijd) – Past – Αόριστος

ik .:. kwam | came | ήρθα
jij .:. kwam | came | ήρθες
u .:. kwam | came | ήρθατε
hij .:. kwam | came | ήρθε
zij .:. kwam | came | ήρθε
wij .:. kwamen | came | ήρθαμε
jullie .:. kwamen | came | ήρθατε
zij .:. kwamen | came | ήρθαν

❕ Bijvoorbeeld: / For example: / Για παράδειγμα:

Jij kwam als de lente in mijn leven.

“Ik kwam, ik zag en ik won”, schreef Julius Caesar.

Maandag kwamen jullie naar de les?

OTTT (onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd) – Future – Μέλλοντας

ik .:. zal komen | will come | θα έρθω
jij .:. zult komen | will come | θα έρθεις
u .:. zult komen | will come | θα έρθετε
hij .:. zal komen | will come | θα έρθει
zij .:. zal komen | will come | θα έρθει
wij .:. zullen komen | will come | θα έρθουμε
jullie .:. zullen komen | will come | θα έρθετε
zij .:. zullen komen | will come | θα έρθουν

❕ Bijvoorbeeld: / For example: / Για παράδειγμα:

Hij zal naar mijn huis komen.

Zullen de kinderen naar het schoolplein komen?

Ik zal zeker naar de studio komen.

Woorden beginnend met…

A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | L | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z